483. Midden-Delfland wordt groener en groener

Ik kom de straat in rijden en zie ze al van veraf staan, de mannen van de groenvoorziening. Drie mannen. De ene man is fors van omvang en heeft een zonnebril op, hij schoffelt. De tweede heeft de schoffel nodig om zich kennelijk staande te houden. De derde loopt met een bladblazer op de rug. Het zijn de tuinmannen van de gemeente. Of eigenlijk ze zijn ingehuurd om het groen bij te houden.

Ik verbaas me er over dat ze weinig doen. Ze schoffelen wat, trekken het vuil bij elkaar met de hark, korten hier en daar wat groen in en wanneer er weer een stukje groen is ontdaan van onkruid is het tijd om even in de cabine van hun vrachtwagentje te kruipen. Even een peukje roken. Even een bakkie koffie drinken.

Omdat er door heel Schipluiden nogal wat groen staat vraag ik me af waar ze eigenlijk mee bezig zijn. Ik stap op één van hen af. “Is het een beetje bij te houden”, vraag ik gekscherend. Nou dat blijkt niet mee te vallen. Veel regen en een heerlijk zonnetje maken dat het onkruid welig tiert. “We komen elke drie weken in de wijk” zegt de oudste medewerker. En wanneer hij met mij praat heeft hij de schoffel nodig om te leunen. Als ik aan hem vraag waarom er dan zoveel onkruid staat op de trottoirs en parkeerplekken, geeft hij aan dat dit niet voor hen is. De gemeente heeft daar een ander bedrijf voor ingehuurd, laat hij mij weten. “Zijn Hagenezen”, zegt hij, “doen niet veel.” Om hem niet langer van het werk te houden, zeg ik hem gedag en laat hem verder gaan met waar hij mee bezig is. Zijn collega heeft al die tijd staan luisteren en voert in de tussentijd ook niets uit.

Drie dagen later komt er een gemotoriseerde bromvlieg de straat in rijden. Deze is van het ‘Haagse’ bedrijf. Hij heeft een vlammenwerper op zijn machine zitten. De man crost over de stoepen en af en toe neemt hij een parkeerplek mee. Er blijft echter meer onkruid staan dan er wordt weggebrand. Met dit apparaat moeten de stoepen en parkeerplaatsen worden ontdaan van wat men onkruid noemt. Op plekken waar het lastig bijkomen is gaat het voertuig voorbij. Er loopt niemand achteraan die de moeilijke plekken ter hand neemt. Meters hoog staat soms het groen achter transformatorhuisjes en in poorten.

Ik verbaas me er over dat de gemeente niet, zoals vroeger, mensen in dienst neemt om dit werk op te knappen. Is dat te kostbaar?

Ik heb een wethouder ooit horen zeggen: “De gemeente Midden-Delfland ontgroend.” Daarmee bedoelde hij vast niet dat er meer onkruid wordt verwijderd, want het groeit er behoorlijk. Nee dat ging over het feit dat er meer grijze koppen in de dorpen wonen dan jonge mensen.

Houdt de gemeente wel toezicht op dit soort uitbestede werkzaamheden of betalen we via de WOZ-bijdrage aan iets wat ongecontroleerd (niet) wordt uitgevoerd. Ik heb nog nooit een ambtenaar zien controleren. Wat doet de gemeenteraad hiermee, is het hen nooit opgevallen dat groenonderhoud kennelijk een ondergeschoven kindje is.

Inmiddels hebben we het verwijderen van onkruid bij onze opgang maar zelf opgepakt. Onbezoldigd. Het is nu een kwestie van een beetje bijhouden. Als ik op de medewerkers van de groenvoorziening moet wachten wordt de gemeente nog groener dan deze nu al is. Mogelijk is het woord groenvoorziening het enige juiste woord, voorzien van groen.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.