411. Snertfietsen, hoe leuk is dat?

Doen we het of doen we het niet. Het is niet het spelletje van Peter-Jan Rens, maar de keuze of we mee gaan snertfietsen of niet. De weersvoorspellingen zijn de hele week al van dien aard dat het niet uitnodigt om achter de fiets van Marja van der Ende aan te stumpen. Officieel hebben we nog geen ‘ja’ gezegd, dus niemand zegt wat als we niet gaan.

Op vrijdagavond hebben we nog een activiteit bij Cultuurstek in Den Hoorn. De film Den Hoorn 1959 wordt vertoond door Henk Groenendaal en er zijn wat films van Kees Tetteroo te zien. Wij verzorgen de koffie en versnaperingen en vertellen over de expositie Dorp in Beeld. Fotomateriaal van en over het dorp Den Hoorn. Het loopt die avond nog wat uit en uiteindelijk liggen we even voor twaalven in ons mandje. De tentoonstelling is er nog tot 25 januari, elke overdag.

De volgende ochtend gaat om half acht de wekker af. “Zullen we”, vraag ik mijn lief als ik net mijn ogen open heb. “Dat vroeg Marja net ook al”, antwoordt mijn wederhelft. We besluiten om het er op te wagen. Een enkel buitje op de weersites, maar we kunnen regenpakken meenemen.

De accu’s van onze e-bikes zijn opgeladen. Onze fietsen komen uit de schuur. Het is stevig doortrappen naar Zorgbakkerij Het Blauwe Hek in Naaldwijk. Maar heen tegen- betekent terug meewind. Om even over half tien komen we aan bij de Zorgbakkerij. Het is stil bij de startlocatie. Zijn we de eerste? Even later arriveert er een vrouw uit Monster. “Ik heb er toch zo’n 40 minuten over gedaan”, zegt ze. Wanneer kort daarop de schuifdeuren opengaan, als bij een toneelvoorstelling de gordijnen, verschijnt Marja. “Jullie kunnen je fietsen aan de achterzijde parkeren”, zegt ze, waarop we opnieuw op de pedalen stappen.

De eerste mensen zitten al binnen. De tafel is gereserveerd voor de groep. Voor elke stoel een opgerold cadeautje met een blauw strikje er om. Hoe kan het anders, blauw is de kleur van Marja. Het blijkt te gaan om Syl’s recept van erwtensoep. Als snel komt de koffie op tafel met een klein mueslikoekje. E.e.a. wordt gesponsord door de Zorgbakkerij. Van lieverlee stromen de deelnemers van de snertfietstocht binnen. Het blijken er meer te zijn dan van tevoren opgegeven. Dat is mooi. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Terwijl eenieder zijn kopje koffie of thee leegdrinkt vertelt Ernst Richel, voorzitter van het bestuur van de Zorgbakkerij, wat er zoal komt kijken om zo’n bakkerij op te zetten en ook exploitabel te houden. Hij heeft tevens de kennis van granen en tarwe en geeft aan wat het verschil is tussen volkoren brood en gewoon brood. Hierna wordt aan de deelnemers tijd gegeven om wat inkopen te doen. Inkopen voor de erwtensoep die men later zelf thuis gaat maken. Daar hoort o.a. roggebrood met spek bij. Proeven is mogelijk. Na enige tijd is iedereen voorzien van zijn echte roggebrood en wat andere aankopen. Het wordt tijd om op te stappen. Ik krijg als hekkensluiter een charmant roze hesje om de schouders. Van één van de deelnemers is de band niet hard genoeg. De pomp komt ter plaatse en ook dat probleem wordt opgelost. Er moet nog een groepsfoto worden gemaakt voordat we vertrekken. Dan gaan we. De weg over richting Maasdijk.

Als in colonne fietsen we achter elkaar over de Oranjedijk, rechtsaf richting Polderhaakweg 29 naar Boer Pait en nepboerin Coriza. We zijn er niet de enige. Auto’s rijden af en aan. Na een praatje van Coriza gaat de groep los. Er komen kratten tevoorschijn die worden gevuld en ook het nestje jonge hondjes krijgt alle aandacht. De bloemkool is er goedkoop. Pait heeft een partij van het land kunnen halen. Bijzonder in deze tijd van het jaar. Hij verkoopt ze voor € 0,75 p/s. Daar kan geen super aan tippen. Onze groep gaat voor de groente-ingrediënten voor de snert, maar ook dat bloemkooltje schuift in de tas. Een grote weegschaal heeft het druk. Uit het hoofd rekent Coriza stuk voor stuk de prijs van de artikelen bij elkaar. Naast de groenten verdwijnen er ook sinaasappelen, appelen en eieren in de tas van de fiets. Het zijn niet zomaar eieren maar dubbeldooiers. “Is dit wel wat”, vraagt een vrouw aan mij, “het zijn net ganzeneieren, ik weet niet of ik die lust.” Ze laat ze angstvallig staan. De tijd gaat dringen, het schema is strak, tijd om weer op te stappen. Het loof van de prei steekt uit de fietstas alsof men een bosje bloemen heeft gekocht.

We gaan op weg naar Bakkerij Vreugdenhil aan de Maasdijk. Wanneer er een auto van achter komt is een korte gil voldoende om de groep als ganzen achter elkaar te zien fietsen. Wanneer we het dorp Maasdijk in rijden is tegen de dijk aan de winkel van Vreugdenhil gevestigd. Als de fiets op slot wordt gezet wordt de winkel betreden. Het is hier niet zomaar een bakker, maar een ambachtelijk bakker met winkel die een giga uitstraling heeft. Niet voor niets heeft men al driemaal een ster ontvangen voor bedrijfsvoering, personeelsbeleid, producten en aanverwanten.” Je kunt het vergelijken als de Michelinster van de restaurants”, vertelt Chris Vreugdenhil. Samen met zijn broer Gerard en vader Jan voeren zij de directie, maar ook moeder Gerda is nog steeds actief in de winkel en spreken we nog even. Ook hier gaat de groep ‘los’. Het is ogen uitkijken. Een prachtig bedrijf in een dorpje niet groter dan 4.500 bewoners. Mensen uit wijde omgeving komen hun boodschappen bij hen halen, zegt Chris. Ze zijn trots op het bedrijf en hun producten. Zijn ogen stralen als hij verhaalt over wat zij bestieren. Bakker Vreugdenhil serveert een stukje marsepeinen cake uit. Als we zijn bakkerij uitlopen laten we de voetstappen van de bagger van Boer Pait achter in de bakkerij.

Wanneer iedereen weer is aangesloten vervolgen we de weg naar de Witte. Een eetcafé in de Lier. Hier heeft men een lange tafel gereserveerd voor de groep. “Een kleine lunch bestellen hoor”, waarschuwt Marja, “want straks is er nog erwtensoep.” Mijn buurman en buurvrouw hebben het goed in de oren geknoopt en bestellen een broodje kroket. Dat zijn twee boterhammen en twee kroketten. Een bordje bijzetten is geen moeite bij de Witte. Nadat ieder zijn lunch heeft afgerekend, gaan we de laatste ingrediënten halen.

De stop is bij Slagerij Zwaard. Een keurslager in de hoofdstraat van De Lier. Als je met 19 mensen naar binnen stapt is het druk in de winkel en toevallige klanten die bij de deur van de slager komen gaan eerst een andere boodschap doen, om later terug te komen. Hier krijgen we het maken van de rookworst te zien. Jacq de Mos, de slager die al 35 jaar bij Zwaard werkt, laat op ambachtelijke manier zien hoe e.e.a. in zijn werk gaat. Wanneer de kinnebak en procureur zijn vermalen tot een pasta worden er kruiden aan toegevoegd. Uiteraard wil men weten welke. Dat vertelt de slager niet, dat is een slagersgeheim. Als hij vraagt waar de pasta in wordt geperst kijkt men elkaar aan. Uit de koeling komt een bakje met, ja met wat. Het is varkensdarm. Ik zie mensen een vies gezicht trekken. Met een handige pers, spuit hij de pasta door de darm. Een touwtje er omheen en de worst is klaar om gerookt te worden. Nog even mag hij een uurtje drogen en dan gaat ie de droogkast in. Het vuur wordt opgestookt de houtkrullen toegevoegd. Na twee uur heeft het de smaak van de rookworst die hij uitserveert. Warm en een beetje vochtig. Een heerlijk stukje worst. Ook hier kan men inslaan voor de snert thuis. De spekstukjes en worsten gaan mee in een papieren tas. De snertonderdelen zijn compleet. Na nog wat foto’s rijden we de hoofdstraat uit naar de Oude Campsweg. Een van de fietsdames hoor ik bij het opstappen zeggen: “als mijn man straks op de rekening ziet wat ik heb uitgegeven, mag ik nooit meer mee.” Waarop een ander zegt: “Meid, hij mag niet zeuren, je hebt nog nooit zo gezond gegeten.”

Sylvia Simons – van den Berg staat al te wachten als we aan komen. Een hartelijke begroeting valt ons ten deel. We gaan naar het daarvoor ingerichte hok. Overdag voor pa en ma, ’s avonds voor haar kids. De houtkachel laat zijn houtblokken branden. Hier vinden we Syl’s moeder al roerend in de dikke brij. Wat er in zit? Dat staat op het rolletje dat in het begin is uitgereikt. Er komt een sappie op tafel voor iedereen. Terwijl Syl’s moeder de soepcupjes vult telt ze de stukjes worst die per bakje wordt weggeven. Met een beetje charme krijg ik drie stukjes extra. Het gaat er lekker in. Sylvia vertelt over de oogst en verwerking van de spliterwt en andere peulvruchten. Het blijft een streekproduct omdat Lierenaar Martin Jonas zich heeft gespecialiseerd in de verwerking van peulvruchten. Verder geeft ze aan wat er bij haar te koop is. Om dit te ondersteunen, komen er proeflepeltjes met eierroom en stukjes cake met jammetjes die ze maakt op tafel. Ze vertelt er zeven dagen per week mee bezig te zijn. Van hobby naar werk. Op vrijdag en zaterdag is Santé, waaronder Sylvia werkt, geopend. De groep laat de snert goed smaken en met een voldaan gevoel wordt er nog even geshopt bij Sylvia in haar winkel. Dan is er een eind gekomen aan een enerverende dag. Ieder gaat weer zijn/haar weg. Na 31,52 km sluiten we deze snertfietsdag af. Met rode konen zitten we even later op de bank met een kopje koffie. Geen regen, een beetje wind, maar bovenal veel gezelligheid.

Opnieuw een hele mooie rit met mensen die de website of facebooksite Fietsen voor m’n eten kennen. Fietsend je eten ophalen, puur en zo van het land. Geen plastic verpakkingen en gezond bewegen. Je zou het vaker moeten doen. Op 8 februari a.s. is er wederom een snertfietsrit. Deze is helaas al vol. Houdt de website of nieuwsbrief in de gaten voor meer ritten en workshops die worden georganiseerd onder de vlag van Fietsen voor m’n eten of die gelinieerd zijn aan laatst genoemde club. Het was een mooie dag.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.