481. Op pad met de boswachter

‘Wat denk jij, zou Aad het leuk vinden om een keertje met mij mee op pad te gaan’ zo begint het Whatsapp-gesprekje tussen mijn lief en Heleen Verduijn. ‘Ik zal het eens in de week leggen’, schrijft mijn eega. Heleen Verduijn is een natuurmens, vrijwilliger tot op het bot en een praatgrage vrouw. Ooit eerder hebben we met haar kennis gemaakt bij een WOS-uitzending. Zij was één van de kandidaten voor ‘Boswachter Gezocht’ dat in het jaar 2018 door SBS6 werd uitgezonden en als zodanig uitverkoren voor het programma van Rob Veenman, Dit was…. ( en dan een maand).

Ik besluit om met Heleen op stap te gaan. Ik stuur haar nog een appje. “Een lange broek aan”, vraag ik haar. ‘Dat is verstandig’, krijg ik terug. We spreken af op maandagmorgen om 09:00 uur. Vooraan de straat wacht ik haar op. Ze zwaait als ze aan komt rijden. “We gaan naar het Solleveld”, zegt ze, “dat ligt aan de Monsterseweg in Den Haag, een waterwingebied.” Druk pratend in de auto, we kunnen er beiden wat van, zijn we voor we het weten op de plaats van bestemming.

Het draaiend stalen hek zorgt er voor dat je rustig naar binnen kunt. “Je hebt eigenlijk een dagkaart nodig”, zegt Heleen. Zij heeft haar vrijwilligers outfit aan, met de kleuren van Staatsbosbeheer. ‘Vrijwilliger Dunea’, staat er op de bodywarmer die ze aan heeft. “Weet je Aad, met deze kleding lopen we toch wat makkelijker in het gebied. We komen zo op plekken waar de dagbezoeker niet mag komen, maar wij wel.”

We wandelen door het prachtig groen. Waar ik dacht aan wandelen, moet je niet met een vrijwillig boswachter op pad gaan, want stil staan, de ogen de kost geven en op de knieën liggen hoort daar meer bij. Een miertje, vlinder, vlieg, spin, maar ook paddenstoelen en groen krijgen de aandacht. Waar ik als leek aan voorbij zou lopen wordt nu de aandacht op gevestigd. Er liggen afgebroken takken en omgewaaide bomen. Deze blijven liggen. “Goed voor de insecten”, zegt ze. Hier en daar ontstaat een mierenhoop. Een vlijtig volkje holt over de berg heen om hun voedsel te verzamelen. Een spin die binnen twee minuten een vlieg heeft ingewikkeld. Kleine dingetjes die ik niet gezien zou hebben.

Onderweg probeert Heleen me te overhoren. Mijn plantenkennis is echter niet groot. Een plant die ze eerder heeft benoemd is aan mijn aandacht alweer ontsnapt als ze wederom vraagt welke plant we tegen komen. “Het is een……. jongensnaam”, zegt ze dan. Teunisplant. We zijn onderweg aan het cryptogrammen. De indrukken die ik erbij krijg moeten rustig worden opgenomen.

Heleen vertelt dat ze met een groep vrijwilligers druk bezig is om opslag te verwijderen. Planten en struiken die op een plaats staan waar ze deze eigenlijk niet wil hebben, worden uitgetrokken en verwijderd. Je kunt het trekken, platbranden of kort maken. Een groep enthousiastelingen gaan onder begeleiding van Heleen het veld in om daar te schonen.

Hier en daar komen we de sporen van de vos tegen. Zijn pootafdruk staat in het zand. Op diverse plekken liggen zijn uitwerpselen. Die moeten even worden geanalyseerd. Veren geven aan dat de vos zich te goed heeft gedaan aan rondvliegende vogels.

Aan bramen is het geen gebrek. Zo nu en dan al flink blauwachtig paars. “Plukken mag”, zegt Heleen, “maar geen hele emmers. En let op altijd hoger dan één meter plukken in een gebied waar vossen leven. Je zou zo maar urine van de vos mee kunnen krijgen.”

Het is onderweg goed opletten waar je loopt. ‘overstekende wortels van bomen’, kunnen voor een onaangename verrassing zorgen. Een moeder en dochter die we tegen komen hebben dat ervaren. Moeder loopt op blote voeten door het zand. Wanneer ze haar teen heeft gestoten tegen een wortel en haar nagel rechtop staat, laat ze haar dochter sandalen uit de auto halen. De voeten krijgen een sok aan. Terwijl we staan te praten loopt er plots een wezel over het pad. Te snel voor de foto, maar we hebben hem gezien. Dat slaat Heleen vast op op haar telefoon. “Zo uniek”, zeg ze, “dit heb ik hier nog nooit gezien”.

Ze roept de schapen als we die tegen komen: “meisjes, meisjes”. De schapen zijn van Judith Prins. Zij houdt zich met haar schapen voornamelijk bezig met het onderhoud van natuurterreinen en braakliggend land voor Het Hoogheemraadschap van Delfland, Zuid Hollands Landschap, Drinkwaterbedrijf Dunea, Gemeente en projectontwikkelaars. De schapen zijn als het ware het maaibedrijf maar dan met natuurlijke maaiers.

We vervolgen onze wandeling, al is er ook tijd voor een meegebracht kopje koffie. Aan de rand van een vijver nemen we plaats. De voorntjes zie je in scholen voorbij zwemmen. Voor het rooster zouden er regelmatig uitermate grote snoeken rondzwemmen. We praten over onze levenswandel.

“Het is een bijzonder gebied”, zegt Heleen. De bomen zijn hier gekromd door de zilte zeewind. De wind bepaalt ook de begroeiing van de kruin. Nergens anders in Nederland staan de eikenbomen zo dicht bij de zee. Ook dat is bijzonder.  Het Solleveld kent open stukken met heide en struikgewas maar ook open stukken met infiltratieplassen. De afwisseling tussen open en gesloten begroeiing laat het prachtige karakter van Solleveld zien.”

Af en toe komt de verrekijker tevoorschijn. “Hoor je dat”, zegt ze, “dat is de tjiftjaf”. Even verderop is een bonte specht bezig om op een boom te roffelen. De zwaluwen komen we tegen en maken een duikvlucht. De rust die het allemaal uitstraalt is fantastisch. We zijn maar net aan in het bos als je alleen het ruisen van de bomen hoort. Hier en daar krijst een vogel de stilte stuk.

Wanneer we over een andere plas heen kijken ontdekken we een fijnstof. Over de groene planten ligt een grijs zand of as. “Hier heeft waarschijnlijk iemand zijn urn uitgestrooid”, zegt Heleen. Een prachtig rustige plek waar alleen de aalscholvers in de kolonies erg luidruchtig zijn. Diverse lage keelklanken; volwassen vogels roepen vaak “rraaaahhh”, de jonge vogels kokken en kekkeren. Ze doen er hun behoefte, waardoor het uitstrooisel bijna niet opvalt tussen de witte kledders.

Langzaamaan lopen we richting uitgang. Bij een oude eik vinden we op de grond een inham, waar zich twee verschillende paddenstoelen hebben gesetteld: Een harslakzwam groeiend vooral aan de stamvoet van levende bomen, en de biefstukzwam, een eetbare paddenstoel. Liggend op mijn knieën kan ik er een foto van maken.

Het is tijd om naar huis te gaan. Eenmaal in de auto moet ik de indrukken nog even op me laten inwerken. Ruim vierenhalf uur wandelen door een prachtig gebied en met een hele fijne gids is niet niks. Ik kan het iedereen aanraden. Koop wel een kaartje vooraf, want de rondlopende BOA is streng.

Thuis aangekomen krijg ik het advies om op teken te controleren. “Je weet het maar nooit”, zegt Heleen. “In de liezen, de knieholtes kunnen ze zich verschansen. Houdt het in de gaten.”

Die middag is er een om lekker achterover te gaan. Even achter de oogleden kijken en genieten van wat ik die ochtend heb meegekregen.

Een gedachte over “481. Op pad met de boswachter

  1. Wat geweldig hoe je dit natuurgebied beschrijft. Het is hier toevallig!! even stil als ik je verhaal lees en hoor ook verschillende vogels. Wat lijkt me dit mooi om.te zien. Helaas zal ik er nooit komen. Een half uur is voor mij genoeg. Ontzettend bedankt voor je natuurwandeling. Ook ik geniet na!!

    Geliked door 1 persoon

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.