428. Voorleesexpress een mooi project

Het zit er jammer genoeg bijna op. Na 20 keer bij mijn voorleesknulletjes te zijn geweest moet ik afscheid nemen. Het zijn geen twintig weken geweest. Het Covid-19 virus heeft mij lange tijd bij mijn gezin vandaan gehouden. Ik vond het jammer, maar moest ook de RIVM-regels in acht nemen. Nu na de twintigste keer komt er een eind aan de voorleessessies.

In oktober 2019 krijg ik mijn huidig gezin toegewezen. Vader van Kantonese afkomst, maar geboren in Nederland, moeder uit China en twee jongetjes van 8 en 6 jaar oud. Via de website zie ik hun namen. Puur Chinees.

Voorafgaand aan de eerste sessie ga ik bij hen op bezoek. Een eerste kennismaking. Het voelt direct goed. Hier wil ik mijn twintig weken wel aan spenderen. Ik spreek af om de week erop voor de eerste keer langs te komen. Ik houd van structuur en ga voortaan op donderdag om 19:00 uur bij hen langs.

Nu nog boeken zoeken die bij hen passen. Ik heb geen idee en probeer het met de boeken die ik eerder las bij mijn vorig gezin. Die kids waren wat jonger, maar toch. Ik probeer het gewoon.

Bij de eerste sessie is het voornamelijk zelf voorlezen. De kinderen zitten links en rechts van mij. Vader en moeder sluiten daarbij aan. De jongste van de twee leest alleen letters, de oudste doet het wat beter, maar het houdt niet echt over. Na korte tijd merk ik al een flinke vooruitgang. De oudste van de twee heeft altijd haast met lezen. Hij gunt zich geen rust. Punten, komma’s en vraagtekens worden overgeslagen. Steeds opnieuw probeer ik hem af te remmen, maar mijn rem is niet de zijne. Tot aan de laatste sessie vliegt hij over de woorden en zinnen heen. Wel is er progressie m.b.t. de intonatie. Daar hebben we grote stappen gemaakt.

Ter afwisseling doen we de letterdobbelsteen. ‘Ik zie, ik zie wat jij niet ziet’, beginnend met de letter die boven ligt. De meest fantastische woorden maken de jongens. Ze plakken woorden gewoon aan elkaar om er iets leuks van te maken. Uiteraard doen papa en mama mee.

De jongste van de twee gaat naar gelang ik meer ben geweest steeds beter lezen. Het vingertje gaat onder de letters en woorden vandaan. Hij leest nu achter elkaar door. Ik nam boekjes mee van Rian Visser, fictie en geënt op een computerspel. Dat heeft zijn volle aandacht. Eerst het plaatje kijken op de pagina dan de zinnen lezen.

Bij de familie voel ik me helemaal thuis, soms wordt het langer dan een uurtje voorlezen. Als de kids naar bed zijn vertelt men me over tradities en gebruiken en hun cultuur. Er komt een biertje aan te pas.

Wat ik ook merk is dat er wel gescoord moet worden. Ik volg het programma op tv over de Chinese droom. Ik kom dit hier ook tegen. Gaan voor het hoogste. Naast de Nederlandse lagere school doen de jongens ook de Chinese school. Fijn als ze naar China op vakantie gaan, dan kunnen ze met oma en opa mee praten. Soms krijg ik een filmpje in het Chinees, dat heeft men dan opgenomen. Ik versta er niets van en maak er een opmerking over als ik weer bij hen kom om voor te lezen.

De Coronatijd breekt aan. Er is geen bezoek mogelijk. Men is angstig en soms proef ik dat er wat spanning is. Zij zijn van Chinese afkomst en Chinezen hebben het virus binnengebracht, zo wordt gezegd. Ik heb dat helemaal niet, al respecteer ik dat een bezoek nu even niet mogelijk is. Men is ook geïnteresseerd in hoe het met mij gaat. Op mijn verjaardag midden in Coronatijd wordt er een mooie bos bloemen bezorgd. We hebben bijna wekelijks contact met elkaar, ook tijdens de intelligente lockdown. Na zeven weken probeer ik het weer. Alleen een bezoekje, nog geen voorlezen. De jongens kijken uit naar mijn komst, evenals hun ouders. De ouders werken inmiddels al langere tijd thuis, er werd niet gelezen of voorgelezen, begrijp ik, als ik hen weer zie. We zitten nu nog buiten en op anderhalve meter. De week erop ga ik weer, “maar alleen als jij het ziet zitten”, geeft moeder mij mee. Dat doe ik. Zij zijn zeer voorzichtig met mij.

Nog zes sessies te gaan dan ronden we af. “Je blijft toch wel komen”, vraagt moeder. De band is goed gebleven en ik merk dat, ondanks dat er niets aan het lezen is gedaan, er progressie zit in het lezen. Zowel de oudste als de jongste hebben het te pakken. Het is te hopen dat het zich voort zet.

Nog één keer, dan is het over. “We gaan in de toekomst proberen om op die donderdagavond een uurtje te lezen”, zegt moeder. Een nobel streven. Ik hoop ook dat het gaat gebeuren.

Ik maak thuis de diploma’s in orde die ze krijgen uitgereikt als ik dit voorleesproject afrond.

Met veel plezier heb ik meer dan een half jaar mijn tijd gespendeerd aan dit gezin. Ik heb er genegenheid aangetroffen, hartelijkheid en ik ben altijd welkom geweest. Een mooiere afsluiting kan ik er niet aan geven. Ik wens hen succes en hoop dat men het voorleesproject een vervolg gaat geven. Leuk dat ik bij hen mijn tijd mocht geven.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.