439. Ook in de regen is het goed solexen

3 oktober 2020. Het regent pijpenstelen. Het is elf uur. “Gaat het door vanmiddag”, vraagt mijn lief. Ze doelt op een solexrit. “Het is nog geen half twee”, is mijn antwoord. Maar naarmate het naar het laatst genoemd tijdstip loopt, gaat het bij mij kriebelen. Nog even een broodje en dan zoek ik toch mijn regenbroek maar even op. Het leren jasje van de Tuinderij, wat me het beste past, hangt bij mij thuis aan de kapstok. Om even over enen schiet ik mijn regenbroek aan. Dan op de fiets naar de locatie.

Het spettert lekker door, maar kort geleden heb ik gelezen dat naar buiten gaan in de regen heel gezond is. Een gezonde lucht (die virussen afweert), het heeft een kalmerende werking, geen druktes waardoor je je makkelijk kunt concentreren, je leert anders denken en het geeft meer zuurstof.

Het is de week van afzeggingen. Eerder werden er al twee solexritten voor mij uitgenomen. “Rutte zegt dat het niet mag”, is de reden. Nee, het is: ‘Rutte adviseert om geen bedrijfsuitjes te doen.’ Toch iets anders. Het is geen hosanna bij de Tuinderij, waar meer activiteiten worden afgezegd. Na een mindere periode vorig jaar, wederom een jaar waar je niet echt blij van wordt.

Aangekomen bij de Tuinderij rijd ik mijn fiets onder het afdak. Een van de servicemonteurs gaat naar huis. “Alles is weggewerkt”, zeg hij, “niks meer te doen.”

Door de regen loop ik naar de overkapping waar twaalf solexen klaar staan. Even een fotootje maken van het programma, mijn gele hesje halen en een portofoon om de nek. Wat mij betreft kan het beginnen. Kevin komt binnen, mijn bezemwagenrijder. Hij doet dit voor hobby. Heeft een goede baan, maar samen hebben we iets. De allereerste rit die ik deed was met hem. Leuk om ‘m weer terug te zien.

We gaan naar de groep in de grote zaal. Een gezelschap van 12 mensen uit de makelaardij. Vrouwelijke collega’s die hun partner vandaag mochten meenemen. Stoer dat ze zijn gekomen. Niet echt leuk om te rijden in de regen, maar samen gaan we er iets leuks van maken. Na mijn welkomstwoordje gaan we naar de ‘kleedkamer’, waar een macht aan leren jassen hangt. Korte, lange, normaal en extra lang, maar ook nepbont, van stof, je kunt het zo gek niet bedenken of jouw smaak hangt er tussen. Een leren jas wordt geadviseerd en als het kan je eigen jas eronder, het is fris als je stil zit op zo’n solex in de regen. Ook de kist met regenbroeken gaat open. Het is zoeken in de broeken, want de dames hebben allemaal een mooi maatje en een XL-broek zakt direct af. Maar bij gebrek aan S-jes en L-tjes moeten ze het toch doen met een XL. Niemand maakt bezwaar tegen een hoofddeksel, helm of capje. De mannen doen niet moeilijk pakken een broek en trekken ‘m aan. Zelf zet ik ook een capje op om mijn gehoorapparaat te beschermen tegen de regen.

We gaan voor de uitleg. Ik neem de route voor mijn rekening Kevin rijdt de bezemwagen. Kevin heeft nog maar net uitgelegd hoe je de solex van de standaard haalt of onze deelnemers hebben dit ook al gedaan. Ze hebben er kennelijk zin in. Na de uitleg doen we het inrijdrondje. En nog één en nog één om daarna op pad te gaan.

Een man, iets jonger dan ik, komt naast mij rijden en vertelt vroeger zelf op de solex te hebben gereden. “Ik reed mijn krantenwijk vroeger op de solex”, zegt hij. Hij heeft ook als enige aangegeven eerder op een solex te hebben gezeten. De rest van de groep is daar te jong voor. Het is met pensioen en het lijkt hem leuk om ook zoiets te doen als wat ik doe: voorrijden. Hij weet alleen geen weg in deze buurt.

We rijden door het Kraaiennest en zien dat één van de vijvers leeg is. Het wordt een gebied voor de grutto en de steltloper. Het waterpeil is verlaagd, zodat de vogels bij terugkeer uit Afrika veilig kunnen rusten en aansterken. Hoe fitter ze zijn, hoe groter de kans dat ze hun kuikens groot kunnen brengen. We schieten de Burgerdijkseweg in en rijden het dorp de Lier in. Één van de deelnemers wil een filmpje maken en kiest het hazenpad, maar hij komt niet los van de groep, daarnaast moet zijn telefoon van onder zijn regenbroek komen. Helaas. De Burgerweg wordt overgestoken. We gaan de Oude Campsweg op. Een werkneemster komt naast me rijden. Ze komen niet van ver, maar ze heeft geen idee waar we zitten. Even later een melding dat de ketting van de solex van Nadine er is afgelopen. We houden even in om haar bij te laten komen. Even later rijdt ze naast mij, want ook zonder ketting kan je solexen.

“Hey Aad, hoor je mij”, krijgt ik uit de bezemwagen te horen. “Ik hoor jou namelijk niet”, zegt Kevin. Wat we ook proberen ik hoor hem wel, maar hij mij niet. “Ik hoor je wel iets zeggen, maar heel in de verte”, hoor ik hem zeggen. Zou het de regen zijn die invloed heeft op deze communicatie. Ik weet het niet.

Na Maasdijk, Lange Kruisweg, Korte Kruisweg gaan we via de Oranjepolderweg richting het Staelduinse bos en vervolgens naar de Brasserie de Bosrand. Het restaurant dat inmiddels een vaste stopplaats is. Ook met de afgekondigde maatregelen van de premier is het hier prima te doen. En zeker niet onvermeld wat er zo lekker is, is de appeltaart belegd met noten. Normaliter nemen we als begeleiders wat afstand, dit keer worden we uitdrukkelijk uitgenodigd mee te doen met dit lekkers. Hoe lief.

Omdat de opstart wat later is geworden dan gepland en omdat de regenbroek aan doen meer tijd heeft gekost moet de rit naar de volgende locatie wat worden ingekort. We overleggen even met de groep. Het is echt geen probleem.

De solex met kettingproblemen wordt omgewisseld met een op de bezemwagen. Nog even een foto maken met de groep. En regen of niet, de groep blijft positief. Dan kunnen we weer op pad. Solexritfilmer heb ik alvast op pad gestuurd, zodat hij een filmpje kan maken. We rijden langs de dijk naar de Oranjesluis, rijden onder de Maasdijk door naar de Oranjesluisweg. De sfeer blijft geweldig leuk. De kleinste medewerkster uit het gezelschap komt naast mij rijden. ‘Wat een leuke weggetjes” zegt ze, “ik wist niet dat het zo mooi is.” Ook haar deert de regen niet”, zegt ze.

Bij Westerlee rijden we de A20 onderdoor, een klein stukje De Lier in om vervolgens De Burgemeester van Doornlaan over te steken naar de Hoefweg. Een klein stukje Oude Campsweg, door het St. Aechtenland richting Westgaag. De groep volgt me lekker en we kunnen heerlijk doorrijden. We gaan op weg naar Hoeve Bouwlust.

Daar staat de eigenaresse ons al op te wachten. We hebben slechts vijf minuten verloren op het voorgestelde schema. “Alles is afgezegd”, zegt ook zij, “maar fijn dat jullie er zijn.” We wisselen opnieuw een solex die de groep ophoudt, te langzaam rijd voor de rest. De choke van een andere solex wordt even vastgezet en is waarschijnlijk los getrild.

Binnen vormt zich een mannen- en een damestafel. De jassen gaan even uit, het lijkt droog te worden. Maar na het gebruik van een consumptie valt de regen opnieuw gestaag naar beneden. Als één van de dames haar solex maar blijft rondtrappen en deze niet aanslaat, rijd ik even naar haar toe. “Wil je gaan fietsen?”, vraag ik haar. “Nee, hoezo?”, zegt ze met een lachend gezicht. “De motor is nog niet uit de haak”, geef ik haar mee. Ik zie haar ter plekke kleiner worden.

Via de smalle kant van de Gaagweg rijden we naar Schipluiden. De kleinste van het gezelschap heeft het kennelijk naar haar zin en komt opnieuw naast mij rijden. Ik leg haar uit wat we zien. Om de ijsbaan heen van Schipluiden, rijden we de kern van het dorp in. We gaan richting de De Zouteveensebrug, beter bekend als de ‘valbrug’. Dan linksaf Naar de N468. We zijn zo druk in gesprek dat ik vergeet om de vrouw die naast mij rijdt in te seinen dat we rechtsaf het Hodenpijlsepad op gaan. Ze gaat rechtdoor richting molen Korpershoek. We zijn bijna thuis. De regen klettert onvoorwaardelijk op onze jassen. Ik voel inmiddels dat mijn regenbroek ook aan ’t doorlekken is. Mijn schoenen staan vol water maar dat kan ook niet anders.

Bij aankomst maken we een foto van de groep rondom de bezemwagen. Coronaproef, nou ja bijna dan. Dan gaan de jassen, broeken, helmen en capjes weer uit en af. De sfeer is nog steeds zoals ie was toen we vertrokken: enthousiast.

Het gezelschap blijft eten. Jolanda neemt dat voor haar rekening. Ze neemt ze mee naar de Eenruiter. Alle ruimtes hebben een naam die te maken hebben met de tuinbouw. Het diploma gaat mee. Na een kort praatje mag ik deze overhandigen aan degene die ‘het fraaist, het mooist, het elegantst, maar ook de verkeersregel het meest in acht heeft genomen’. Nog een kort woordje door de eigenaresse van het makelaarskantoor, waarbij de organisatoren en initiatiefneemster worden bedankt. Ook voor Kevin en mij een dankwoord voor de fraaie rit, dan nemen we afscheid.

De solexen gaan de werkplaats weer in. Alles wordt weer netjes opgeruimd. Terwijl we teruglopen druipen de regenbroeken, jassen en hoofddeksels uit. Nog even een biertje en dan op huis aan. Ik sop uit mijn schoenen. Thuis aangekomen direct onder de douche. Ik heb ontzettend koude voeten. Maar wat was het een enthousiaste en leuke groep.

En zo zie je maar dat een rit in de regen net zo leuk kan zijn dan één in de volle zon of bij mooi weer. Natuurlijk is het bij mooi weer leuker. Maar je moet er iets van maken. Deze groep stond daar voor open. Ik heb genoten en naar ik weet de groep ook.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.