234. Regen, regen, regen

Hoe komt het toch dat wij op vakantie altijd regen hebben? Voor het zesde vakantiejaar op rij vallen de buien gestaag naar beneden. Zegt de weerman dat er plaatselijk een bui valt, dan valt deze altijd net plaatselijk in de plaats waar wij vertoeven. Zegt de weerman dat het in het zuiden gaat regenen, dan hebben wij die plek net besproken. Valt er hier en daar een bui, dan is het steevast ‘hier’.

Gek worden we ervan. “Dan moet je niet in Nederland boeken”, hoor ik vrienden en collega’s regelmatig zeggen. Maar waarom valt de regen juist niet in de week ervoor en/of de week erna, maar precies in de week dat wij er zijn. Machteloos moet ik ook nu weer toekijken hoe de regendruppels opspatten op de tafel. Een klein vogeltje trippelt door een grote plas. “Goed voor de natuur”, zegt mijn overbuurman op het vakantiepark. “Ja, mehoela”, dat kan toch ook in de andere weken. Hij heeft er jaarrond een chalet en woont op fietsafstand, nog geen 40km, hiervan. Zint het hem niet dan crosst hij naar huis om die droge week later terug te komen.

Het gras is groen, de bomen en struiken staan erbij als nooit te voren. De eigenaresse heeft er schik in. “Het is hier zo prachtig”, zegt ze. Ja dat zie ik ook, vanachter de ramen of onder de luifel. Aanstalten maken om naar buiten te gaan is er niet bij. Met pijpenstelen komt de regen naar beneden. “Je kunt een overdekt winkelcentrum opzoeken”, is het advies van onze tijdelijke buurvrouw. Ja, zou kunnen, maar een week winkelen wordt wel eentonig. Eens ben je uitgekeken, het geld op, of heb je alles wat je hartje begeert.

We spraken af met iemand die had gezegd: “Je moet tegelijk met mij op vakantie gaan, dan komt het goed.” Ook hij heeft dit keer geen geluk, ook hij heeft regen. Zit op 1200km bij ons vandaan en klaagt steen en been. “Komt door jullie,” schreef hij mij. Nu ‘geniet’ ik ook van wat jullie elk jaar hebben. Ligt het dan echt aan ons.

De barbecue staat te wachten in het schuurtje. Het vlees is de vriezer weer ingegaan. Het nodigt niet uit om buiten te gaan zitten en gezellig aan een stukje vlees te knabbelen of aan een biertje te tjolken. Ik denk erover om het maar in de koekenpan te doen. De TV aan, een kaarsje aan een boek erbij en binnen genieten, van wat er buiten valt. De meegebrachte Jan van Haasterenpuzzel ligt al bijna af op tafel. Terwijl ik schrijf: “Whupup”, de melding dat de volgende bui er aankomt. Buienradar maakt bij ons tijdens de vakantie altijd overuren.

Ik weiger om tijdens de vakantie de auto van de staplek bij het chalet te rijden. Fietsen is het motto. Op verschillende plekken kochten we ooit een poncho omdat we dachten dat we wel een uurtje zouden kunnen fietsen zonder regen. Het zijn van die wegwerp dingen. Een keer gebruiken en dan goed voor de plasticbak. Een regenpak meenemen is, dacht ik, de goden verzoeken. Toch geloof ik dat ik het pak maar standaard in de fietstas meeneem. Elk jaar opnieuw.

Als ik naar mijn werk fiets heb ik het pak altijd bij mij. Zelden komen de schoentjes, de broek en het jasje uit de felblauwe zak. Ben ik dan echt zo naïef om te denken dat het dit jaar wel lukt zonder regenpak.

Vandaag hebben we besloten dat we niet meer in Nederland op vakantie gaan. Nou in augustus a.s. dan nog een keer. Maar daarna wordt het een vliegtuig. Ik hoop alleen niet dat de bui aan een touwtje aan mij verbonden zit en ons ook daar ‘schoon’regend. 

Mijn auto staat er weer stralend bij de harde druppels hebben het stof en zand van het mobiel afgeregend. Straks naar huis rijd ik met een blinkende auto. Dat is het enig voordeel van regen.

Fijne vakantie mocht je nog gaan, maar doe het pas de volgende week, want vrijdag gaan we pas naar huis.